Anamnese/lichamelijk onderzoek
De werkgroep is daarom van mening dat de diagnostische accuratesse van anamnese, lichamelijk onderzoek en laboratoriumonderzoek voldoende is om een goede inschatting te kunnen maken of een patiënt met acute buikpijn voor aanvullende diagnostiek, opname of herbeoordeling in aanmerking komt.
De werkgroep is van mening dat de diagnostische accuratesse van anamnese, lichamelijk onderzoek en laboratorium onderzoek onvoldoende is om de definitieve diagnose acute appendicitis vast te stellen.
Aanvullend beeldvormend onderzoek is daarom geïndiceerd voor het stellen van de definitieve diagnose. De accuratesse van beeldvormend onderzoek gaat omhoog naarmate de vooraf kans hoger wordt. Een goede voorselectie op basis van anamnese, lichamelijk onderzoek en laboratorium onderzoek verhoogd de accuratesse van beeldvorming is daarom essentieel.
In de richtlijn wordt niet besproken welke delen van anamnese, symptomen of bevindingen bij laboratorium onderzoek voorspellend zijn voor appendicitis. Er wordt ook niet besproken wat de voorspellende waarde van de bevindingen hierin zijn.
Bij lage verdenking op acute appendicitis kan na klinische evaluatie gekozen worden om de patiënt de volgende dag te her beoordelen in plaats van aanvullende diagnostiek te doen.
Patiënten met acute appendicitis zijn over het algemeen goed te identificeren, maar patiënten die zich in het beginstadium van de ziekte presenteren zijn moeilijker te onderscheiden van patiënten met andere (self-limiting) oorzaken van de buikklachten. De betrouwbaarheid van beeldvorming is in het beginstadium van ziekte ook lager. Of een patiënt in aanmerking komt voor herbeoordeling, dan wel directe aanvullende diagnostiek hangt af van klinische evaluatie.
Aanvullend onderzoek
Laboratoriumonderzoek: [Er worden in de richtlijn geen specifieke aandachtspunten voor laboratoriumonderzoek besproken.]
Echografie: Verricht echografie bij ieder kind met verdenking op acute appendicitis. Dit is het middel van eerste keus. Echografie van het abdomen heeft een sensitiviteit van 82-89%, specificiteit van 97%, positief voorspellende waarde van 92-98%, en negatief voorspellende waarde van 93-99% voor de diagnose acute appendicitis.
Herbeoordeling: Overweeg een herbeoordeling met eventueel herhalen van de echografie wanneer klachten persisteren of verergeren bij:
– Een negatieve echografie zonder eenduidige alternatieve diagnose of
– Een inconclusieve echografie met een lage(re) klinische verdenking op acute appendicitis.
MRI: Verricht een MRI bij een inconclusieve echografie en een hoge klinische verdenking op acute appendicitis zonder eenduidige alternatieve diagnose. MRI heeft een sensitiviteit van 97%, specificiteit van 96-99%, positief voorspellende waarde van 97%, en negatief voorspellende waarde van 99% voor de diagnose acute appendicitis.
Overleg met een kinderchirurgisch centrum bij een inconclusieve echografie en een hoge klinische verdenking op acute appendicitis wanneer een MRI logistiek niet mogelijk is.
Diagnostische laparoscopie: Verricht een diagnostische laparoscopie bij een inconclusieve MRI en een hoge klinische verdenking op acute appendicitis of wanneer een MRI zonder narcose niet mogelijk is, bij voorkeur na overleg met een kinderchirurgisch centrum.
CT: Verricht bij voorkeur geen CT scan bij kinderen met verdenking op acute appendicitis gezien de hoge stralingsbelasting en de gelijkwaardige resultaten van MRI.