De diagnose en ernst van BPD dienen conform de internationale criteria vastgesteld te worden bij 36 weken PML. Bij het stellen van deze diagnose dient zo nodig gebruik gemaakt te worden van een zuurstof reductie test. Er dienen regionale afspraken tussen de NICU en de regionale ziekenhuizen gemaakt te worden over het combineren van essentiële informatie voor het stellen van de diagnose BPD en het registreren van deze diagnose in de LNR.
Amenorroeduur
|
< 32 weken
|
≥ 32 weken
|
Tijdstip waarop gemeten
|
36 weken PML of ontslag naar huis, wat het eerste plaatsvindt
|
> 28 dagen maar < 56 dagen na geboorte of ontslag naar huis, wat het eerste plaatsvindt
|
|
Behandeling met O2 > 21% gedurende tenminste 28 dagen én:
|
Milde BPD
|
ademt kamerlucht (al dan niet met snor 1 l/min)
|
ademt kamerlucht (al dan niet met snor 1 l/min)
|
Matig ernstige BPD
|
O2 behoefte < 30%
|
O2 behoefte < 30%
|
Ernstige BPD
|
O2 behoefte ≥30% en/of positieve druk (beademing, nasale CPAP of HFNC)
|
O2 behoefte ≥ 30% en/of positieve druk(beademing, nasale CPAP of HFNC)
|
NB1. onder zuurstofbehoefte verstaat men een Fi O2 > 21% gedurende > 12 uur per etmaal.
NB2. patiënten met een O2 behoefte > 21% of positieve druk ten gevolge van niet-pulmonale problemen (bv ROP, apneu’s of diafragma paralyse) hebben geen BPD tenzij zich bijpassende parenchymateuze afwijkingen ontwikkelen.
NB3. HHHFNC met flow > 1 l/min wordt beschouwd als equivalent met nasale CPAP, indien bij AD 36 weken HHHFNC > 1 l/min classificeren als ernstige BPD
De zuurstof reductietest
Indicaties:
– FiO2 > 21% en < 30% met transcutane zuurstofsaturaties tussen de 90% en 96%
– FiO2 > 30% met transcutane zuurstofsaturaties > 96%
Methode:
De patiënt wordt in rugligging gelegd en 30 minuten na de voeding wordt de test gestart. De zuurstof wordt afgebouwd tot kamerlucht concentratie waarbij het beloop van de SpO2 bepalend is voor het al dan niet slagen van de test en dus het formeel bepalen van de aan- of afwezigheid van BPD. Er is sprake van milde BPD indien de SpO2 ≥ 88% blijft in kamerlucht gedurende 1 uur zonder apneu of bradycardie. Er is sprake van matig ernstige BPD wanneer de SpO2 < 80% daalt gedurende >1min of tussen de 80-87% blijft gedurende > 5 min.
De test bestaat uit 4 stappen
- Stap 1: Baseline fase evaluatie
Gedurende 15 minuten wordt elke 60 seconden hartfrequentie, ademfrequentie, SpO2, frequentie van apneu (adempauze > 20 sec) en bradycardie ( HF < 80/min > 10 sec) genoteerd.
De extra zuurstof wordt per 10 minuten verlaagd met 2% tot kamerlucht bij een neusbril met 1 L/min flow. De neusbril hoeft in dit geval niet verwijderd te worden!
- Stap 3: Observatie periode
In principe wordt gedurende 1 uur hartfrequentie, ademfrequentie, SpO2 in kamerlucht geobserveerd. Indien zich gedurende 1 uur geen desaturatie voordoet, is de patiënt geslaagd voor de test en is deze gediagnostiseerd met milde BPD. Stop-criteria: Bij een desaturatie onder de 80% gedurende > 1 min of een saturatie tussen de 80-87% gedurende > 5 min, wordt de zuurstof onmiddellijk herstart en kan de test gestopt worden. De patiënt is dan gediagnostiseerd met matig ernstige BPD.
- Stap 4: Terug naar uitgangssituatie
Retour naar de zuurstofconcentratie en flow situatie van voor aanvang test.
Betekenis van de test en gevolgen voor de behandeling
De zuurstof reductietest heeft tot enig doel om zuurstofbehoefte als belangrijkste criterium voor de diagnose BPD los te koppelen van zuurstoftherapie om andere redenen dan BPD, omdat gebleken is dat meer dan de helft van de met milde tot matig ernstige BPD gediagnosticeerde patiënten slaagden voor de zuurstof reductietest en dus de BPD als mild kon worden geclassificeerd. Het is niet de bedoeling bij patiënten met een “geslaagde” O2 reductietest de zuurstofbehandeling acuut te staken. Het kan hooguit bijdragen aan het kritisch evalueren van de zuurstofbehoefte van de individuele patiënt.
Zie ook blz 27-31