Jaarlijks krijgen in Nederland ongeveer 600 kinderen kanker. Met het stijgen van de overleving van kinderen met kanker, is er meer plaats gekomen voor het verlagen van morbiditeit (door de behandeling) en het verhogen van kwaliteit van leven. Er is veel aandacht voor deze zorg, die ondersteunende zorg wordt genoemd. Nog steeds is er veel variatie in de aanbevelingen die worden gebruikt in de klinische praktijk, wat een negatieve invloed heeft op deze ondersteunende zorg.
Eén van de effecten van de behandeling van kanker is beenmergonderdrukking wat kan resulteren in onder andere een anemie, waarvoor een erytrocytentransfusie gegeven kan worden. Deze transfusies worden over het algemeen goed getolereerd, maar zijn geassocieerd met nadelige korte – en lange termijneffecten. Daarbij komt dat een stabiel kind met kanker mogelijk andere Hb grenzen voor een transfusie nodig heeft dan een instabiel kind met kanker, zoals het geval is bij bijvoorbeeld sepsis. Neonaten met kanker of kinderen met kanker en comorbiditeiten, zoals hart- of longaandoeningen, zijn mogelijke unieke populaties waarin de optimale grens voor erytrocytentransfusies kan verschillen.
In deze evidence-based richtlijn over profylactische erytrocytentransfusies, ontwikkeld door een multidisciplinaire groep, bespreken wij alle relevante aspecten per onderwerp en bespreken we uitgebreid alle voor- en nadelen. Dit alles leidt tot een afgewogen beslissing, en bijbehorende aanbeveling.
Belangrijke onderwerpen in deze richtlijn zijn:
1. Erytrocytentransfusies bij kinderen en neonaten met kanker in het algemeen en in bijzondere gevallen zoals: sepsis, radiotherapie, cardiale en/of pulmonale comorbiditeiten en hyperleukocytose;
2. Bestraalde erytrocytentransfusies bij kinderen en neonaten met kanker;
3. Transfusievolume en – snelheden bij kinderen en neonaten met kanker;
Voor meer informatie over de trombocytentransfusies verwijs ik u graag naar de richtlijn: “Trombocytentransfusies bij kinderen met kanker”.