ContactLog in

Advies indicatie RSV-immunisatie

Dit advies is afgeleid van het NVK-standpunt ‘Passieve immunoprofylaxe met palivizumab’ en het ‘Farmacotherapeutisch rapport nirsevimab (Beyfortus®)*. Eerdere indicatie voor palivizumab wordt integraal omgezet naar nirsevimab. Vanwege korte tijdspanne wordt hierbij gefocust op het advies. Het gehele standpunt ‘Passieve immunoprofylaxe met palivizumab’ zal op korte termijn worden herzien.

Aangezien palivizumab vanaf december 2025 niet meer beschikbaar is en vervangen wordt door nirsevimab geldt het volgende:

In het eerste levensjaar bij:

  • Ex-prematuren geboren < 30 0/7 wk, met een kalenderleeftijd < 6 mnd bij de start van RSV-seizoen.
  • Prematuren met BPD (28 dagen > 21% Fi O2) die de 6 maanden voorafgaande aan de start van RSV-seizoen behandeld
  • Kinderen met een hemodynamisch significante Congenitale Hart Afwijking (CHD).
  • Bij de gezonde prematuur, geboren tussen 30 en 32 0/7 weken oud en < 6 maanden oud is het geven van passieve immunisatie mogelijk minder bijdragend maar kan wel zinvol zijn. Hiervoor geldt het advies zoals hieronder omschreven.

Overwegen bij

Zuigelingen met een ernstig beloop van (zeldzamere) onderliggende longaandoeningen (b.v. ernstige longhypoplasie, congenitale hernia diafragmatica met veel symptomen (o.a. pulmonale hypertensie, groot defect), interstitiële longziekten, ernstig beloop van CF), ernstige immunodeficiëntie.

Voor veel (zeldzamere) aandoeningen ontbreekt goed onderzoek over effectiviteit en/of NNT. Daarom lijkt het rationeel om een indicatiestelling te baseren op de kliniek en voorgeschiedenis van het kind, in combinatie met de inschatting van behandelend arts (c.q. expert opinion).

De groep “Overwegen” is gekozen om niet bij ieder kind in deze groep standaard nirsevimab te geven maar voor elk kind afzonderlijk in te schatten of er een indicatie bestaat.

In het tweede levensjaar bij:

  • Ex-prematuren met BPD die de 6 mnd voorafgaande aan de start van RSV-seizoen behandeld zijn.
  • Kinderen met een hemodynamisch significante CHD hebben in principe GEEN indicatie. De behandelend arts kan wel een uitzondering maken op individuele basis.

Advies
Vooral bij prematuren tussen 30 0/7 en 32 0/7 weken moet op individuele basis worden ingeschat of de patiënt baat zou kunnen hebben bij de toediening van nirsevimab, waarbij dit dus ook in samenspraak met ouders dient te gebeuren (shared decision making). Hierbij kunnen een aantal extra risicofactoren meegenomen zoals: leeftijd, siblings, algehele conditie, maternaal astma, passief roken en crèche bezoek.

Uit de palivizumab-literatuur komt duidelijk naar voren dat hoe korter de zwangerschapsduur hoe meer effectief dit is in het voorkomen van ernstige RSV-infecties en daarmee ook het voorkomen van ziekenhuisopnames.

Kinderen met syndroom van Down
Er is een aparte richtlijn voor de kinderen met het syndroom van Down. Voor kinderen met syndroom van Down wordt naar deze richtlijn verwezen. In deze richtlijn wordt echter nog gesproken over palivizumab, dit is vanaf september 2025 nirsevimab. Dit zal z.s.m. aangepast worden in de richtlijn.

Dosering en toediening
Hiervoor verwijzen wij naar het Kinderformularium.

 

* Zorginstituut Nederland (2025). Farmacotherapeutisch rapport nirsevimab (Beyfortus®) voor de preventieve behandeling van kinderen die kwetsbaar blijven voor ernstige-RSV-ziekte tijdens hun tweede RSV-seizoen.