Het NVK-bestuur heeft de herziening van de richtlijn IgE-gemedieerde koemelkallergie bij kinderen geautoriseerd. Deze richtlijn is een initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde.
De bestaande richtlijn Koemelkallergie bij kinderen is hiermee herzien, deze richtlijn wordt gesplitst in twee richtlijnen. Waarbij de NVK-richtlijn zich nu specifiek richt op IgE-gemedieerde koemelkallergie en speciaal is bedoeld voor kinderartsen en (gespecialiseerde) diëtisten.
Koemelkallergie is een veel voorkomende aandoening in Nederland. Vooral zuigelingen en jonge kinderen hebben met deze allergie te maken. Internationaal en in de Nederlandse praktijk wordt tegenwoordig onderscheid gemaakt tussen een IgE-gemedieerde allergie (waarbij het lichaam IgE-antilichamen produceert tegen het allergeen) en niet-IgE-gemedieerde voedselallergie (waarbij gastro-intestinale klachten op het allergeen optreden en de immunologische route nog onbekend is).
De behandeling en het voorschrijven van dieetvoeding bij IgE-gemedieerde koemelkallergie vinden plaats bij de kinderarts en de (gespecialiseerde) diëtist, terwijl de milde niet-IgE-gemedieerde allergie door de jeugdarts kan worden gediagnosticeerd en behandeld. Niet-IgE gemedieerde koemelkallergie wordt daarom opgenomen in de herziening van de JGZ-richtlijnen.
In de richtlijn uit 2012 werd al (op basis van alarmsymptomen) besproken welke patiënten bij de jeugdarts en welke bij de kinderarts kunnen worden behandeld. In grote lijnen is dit niet veranderd, wel wordt nu een duidelijke splitsing gemaakt in de verschillende ziektebeelden. Ook is het schrijven van de betreffende richtlijnen belegd bij de beroepsgroep die de patiënten behandelt.
