ContactLog in

Kwaliteitsdocument

Kleinevatenvasculitis, diagnostiek

Terug

De richtlijn Kleinevatenvasculitis is ontwikkeld op initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV) en de Nederlandse Vereniging voor Reumatologie (NVR).

Voorzitter van de werkgroep:

  • dr. H.B. Thio, dermatoloog.

Door NVK gemandateerde vertegenwoordiger in de werkgroep: 

  • mw. dr. A. van Royen-Kerkhof, kinderarts-immunoloog.

Deze richtlijn is tot stand gekomen met financiële steun van de Orde van Medisch Specialisten in het kader van het programma Evidence-Based Richtlijn Ontwikkeling (EBRO).

Op initiatief van
NVDV/NVR/CBO

Datum publicatie
juli 2010

Status
Geautoriseerd door het NVK bestuur op 08-09-2010

  • Definities

    In dit document worden de volgende definities gehanteerd:

    Indeling vasculitis:

    Vaatgrootte

    Indeling volgens Chapel Hill Consensus Conference (Jenette, 1994)

    Grote vaten

    Reuscelarteriitis/ arteriitis temporalis

    Grote vaten

    Takayasu, ziekte van

    Middelgrote vaten

    Kawasaki, ziekte van

    Middelgrote vaten

    Polyarteriitis nodosa (PAN)

    Kleine vaten

    Wegener, ziekte van (wegenergranulomatose)

    Kleine vaten

    Churg-Strauss, syndroom van

    Kleine vaten

    Microscopische polyangiitis

    Kleine vaten

    Henoch-Schönlein, ziekte van (Henoch-Schönlein-purpura)

    Kleine vaten

    Cutane leukocytoclastische angiitis/ cutane kleinevatenvasculitis

    Kleine vaten

    Cryoglobulinemische vasculitis

    Systemische vasculitis is een syndroomdiagnose. Wanneer slechts ééeen orgaan is aangedaan door vasculitis spreekt men van een geïsoleerde vasculitis.

    Oude benamingen, zoals vasculitis allergica of hypersensitivity vasculitis, dienen niet meer gebruikt te worden. Het begrip hypersensitivity vasculitis wordt nog wel eens gebruikt voor een cutane leukocytoclastische vasculitis veroorzaakt door geneesmiddelen.

    Diagnostische criteria bij kinderen:
    Henoch-Schönlein-purpura:
    Palpabele purpura (obligaat aanwezig) en de aanwezigheid van ten minste één van de volgende vier criteria:

    • Diffuse buikpijn
    • Biopt met overwegend IgA-depositie
    • Arthritis (acuut, elk gewricht), of arthralgie
    • Betrokkenheid van de nieren (hematurie/proteïnurie)

    Juveniele polyarteriitis nodosa
    Systemische ziekte gekarakteriseerd door de aanwezigheid van hetzij een biopt met kleine en middelgrote arteriën met necrotiserende vasculitis OF angiografische afwijkingen (een van beide obligaat aanwezig), met daarbij ten minste twee van de volgende criteria: 

    • Huidsymptomen (livedo reticularis, pijnlijke subcutane noduli, andere vasculitislaesies)
    • Myalgie,of spierpijn
    • Systemische hypertensie, gerelateerd aan waarden voor de leeftijd, lengte en geslacht
    • Mononeuropathie, polyneuropathie
    • Sedimentsafwijkingen, of nierfunctiestoornissen
    • Testiculaire pijn of gevoeligheid
    • Symptomen passend bij vasculitis van een orgaan (bv. Gastro-intestinaal, cardiaal, pulmonaal of centraal zenuwstelsel)

    Ziekte van Wegener:|
    Die van de volgende zes criteria dienen aanwezig te zijn: 

    • Afwijkend urinesediment (hematurie, of proteïnurie); 
    • Granulomateuze ontsteking in biopt; 
    • Inflammatie van de nasale sinussen; 
    • Subglottische, tracheale, of endobronchiale stenose; 
    • Afwijkende X-thorax, of CT-thorax; 
    • PR3-ANCA, of c-ANCA

    Primaire angiitis van het centrale zenuwstelsel:
    Een verworven neurologische stoornis, plus angiografische of histopathologische kenmerken van een angiitis in het centraal zenuwstelsel, in afwezigheid van systemische vasculitis, of een andere aandoening als oorzaak voor de angiografische of pathologische afwijkingen.

    Cutane polyarteritis op de kinderleeftijd:
    Cutane polyarteritis, gekarakteriseerd door de aanwezigheid van subcutane noduli, pijnlijke, niet-purpuretische laesies met of zonder livedo reticularis, zonder systemische ziekte (met uitzondering van myalgie, artralgie, niet-erosieve artritis);

    • Een huidbiopt met necrotiserende, niet-granulomateuze vasculitis;
    • Negatieve ANCA;
    • Cutane polyarteriitis is geassocieerd met serologisch en/of microbiologisch bewijs voor de aanwezigheid van streptokokkeninfectie.
  • Epidemiologie

    In het algemeen is kleinevatenvasculitis een zeldzame aandoening op de kinderleeftijd.

    Totale incidentie vasculitiden op de kinderleeftijd in een Engelse studie: 2,4 op 100.000 (Garnder-Medwin, 2002). Grote epidemiologische studies naar de incidentie van de verschillende vormen van vasculitis op de kinderleeftijd zijn beperkt en overwegend uitgevoerd in populaties met een zelfde etnische achtergrond.  Aangezien de incidentie van bepaalde vormen van vasculitis voor verschillende genetische achtergronden anders is hebben deze studies een beperkte waarde.

    De meest voorkomende vasculitiden bij kinderen zijn Kawasaki’s disease (in deze richtlijn buiten beschouwing gelaten omdat deze zich vrijwel uitsluitend op de kinderleeftijd manifesteert. ) en Henoch-Schönleinpurpura (100 keer vaker dan bij volwassenen, 135:1.000.000, Ozen 2002).

  • Differentiaal diagnose

    Bij kinderen zijn virale en bacteriële infecties, meer dan bij volwassenen, belangrijke differentiaaldiagnostische overwegingen.

    Op de kinderleeftijd is er vaak sprake van een infectieus agens als uitlokkende factor voor het ontwikkelen van systemische vasculitis.

    In de richtlijn wordt per orgaan uitgebreid beschreven bij welke symptomen aan primaire of secundaire vasculitis  gedacht moet worden. Deze uitgebreide beschrijvingen zijn in deze samenvatting niet opgenomen omwille van leesbaarheid . Er wordt verwezen naar de betreffende pagina’s uit de richtlijn.

    Voor een uitgebreide oogheelkundige differentiaaldiagnose wordt verwezen naar de tekst  van de volledige richtlijn 

  • Diagnostiek

    Anamnese en lichamelijk onderzoek:
    De symptomatologie van vasculitis van de kleine vaten op de kinderleeftijd verschilt nauwelijks van die op de volwassen leeftijd.

    Vanwege de variabele en vaak ook atypische presentatie wordt de diagnose vasculitis vaak laat gesteld. Het is van belang om bij patiënten die zich presenteren met een of meer van de vaak voorkomende begin symptomen, zeker als deze langdurig aanwezig zijn en (of) gepaard gaan met een sterk verhoogde BSE en/of bijkomende verschijnselen vasculitis te overwegen en gericht onderzoek daarnaar te verrichten.

    Meest voorkomende algemene klachten:
    Malaise, koorts e.c.i., gewichtsverlies, vermoeidheid, verminderde eetlust, nachtzweten.

    Indien de algemene ziekteverschijnselen gepaard gaan met een of meer orgaanspecifieke verschijnselen dan wordt de waarschijnlijkheid van de diagnose vasculitis nog groter.

    Orgaanspecifieke klachten:
    De volgende verschijnselen kunnen op een vasculitis wijzen.

    Hematologie

    Anemie

    Tr. Circulatorius

    Pericarditis, hartritmestoornissen, hartgeleidingsstoornissen, myocardinfarct, angina pectoris, hartfalen, myocarditis, valvulitis

    Tr. Respiratorius en KNO

    Parotisvergroting, siccasyndroom, ulceraties mond- en tandvleeszwellingen, recidiverende sinusitis, bloederige korsten neus, otitis media/oorpijn, inflammatie septum nasi/vormverandering neus (zadelneus), acute doofheid, hemoptoë, pleuritis, interstitiële, diffuse

    of nodulaire longafwijkingen, dyspnoe/obstructief longlijden (astma/COPD), ulcera mond/keel, hoesten, tracheobronchiale ulcera/stenosen/pseudotumor, alveolaire hemorragie (spontaan

    of bij bronchoalveolaire lavage), stridor, lobulaire consolidaties, pseudonormale diffusiecapaciteit, restrictieve longfunctiestoornis, ontstoken oorschelp/chondritis, heesheid/stridor t.g.v. subglottische tracheastenose*, neusobstructie, epistaxis, ulceratie neusslijmvlies, neuspoliepen, disfunctie buis van Eustachius, chondritis, mastoïditis, ductus nasolacrimalis stenose, pleurapijn, stridor, asymptomatische infiltraten

    *Bij kinderen dient hierbij  M. Wegener sterk te worden overwogen

    Tr. Digestivus

    (Al of niet caviterende) noduli, angine abdominale, bloederige diarree/ischemische colitis, darminfarct, braken/hematemesis, darmperforatie, melaena, ulceraties maag/duodenum/colon, pancreatitis

    Tr. Urogenitalis

    Penisnecrose, epididymitis, prostatitis, proteïnurie (> 0,3gr/24 uur), erytrocyturie, microscopisch/macroscopische hematurie, nierfunctiestoornis, acute scrotale zwelling/pijn, evt. nierinfarct, nierarteriestenose, hypertensie, oedemen

    CZS en PZS

    Snel progressieve (pijnlijke) symmetrische polyneuropathie, mononeuritis (multiplex), ischemisch CVA met vooraf hoofdpijn, ischemisch CVA op jonge leeftijd, nieuwe, ongewone hoofdpijn, insulten, coördinatieproblematiek, sensorisch dof gevoel, asymmetrische spierzwakte extremiteit, coma, encefalopathie, myelopathie, aseptische meningitis, diabetes insipidus, hersenzenuwuitval, myelitis transversa. Nooit alleen motorische uitval.

    Tr. Locomotorius

    Arthralgieën, arthritis, myalgie, spierzwakte, myopathie, osteonecrose

    Ogen

    Conjunctivitis, conjunctivagranulomen, keratoconjunctivitis sicca, siccasyndroom, PUK(peripheral ulcerative keratitis), episcleritis (roodheid die afneemt na fenylefrine 2,5%), scleritis anterior/posterior, uveïtis (anterior/granulomateus/intermediair)/choroïditis/multifocale retinitis, retinale vasculitis (arterieel/veneus) /cotton wool spots/neovascularisaties, exsudatieve ablatio retinae, acute blindheid, amaurosis fugax, anterieure ischemishe optico neuropathie (AION), centrale retinale arterie occlusie (CRAO)/ centrale retinale vene occlusie (CRVO), retinale arterietak occlusie (Branch Retinal Artery Occlusion BRAO)/ retinale venetak occlusie (Branch Retinal Vein Occlusion BRVO), dacryoadenitis, dacryocystitis/epiphora, orbitis, sinus cavernosustrombose, hersen-zenuwverlamming, Syndroom van Horner, pseudotumor orbitae/proptose/diplopie/restrictieve  myopathie/exposure keratopathie/compressie nervus opticus

    Huid

    Petechiae, purpura, hemorragische bullae, gangreen, ulceraties, nagelrieminfarcten, nagelrandinfarcten, rode huiduitslag, raynaudfenomeen, nodi, livedo (racemosa), urticariële laesies, necrose, atrofie blanche, pustels (M Behçet), ecchymosen, urticaria, subcutane noduli

    Subacute progressieve neurologische uitval, vaak in combinatie met hoofdpijn,  moet de verdenking op cerebrale vasculitis doen rijzen. De afwezigheid van hoofdpijn sluit de diagnose cerebrale vasculitis niet uit. 

    Diagnostiek naar varicella en andere virale oorzaken is van belang bij een verdenking op cerebrale arteriopathie veroozaakt door cPACNS (childhood Primary Angiitis of the Central Nerve System) , omdat er sprake kan zijn van een transiënte cerebrale arteriopathie.

    Er zijn geen symptomen specifiek voor cerebrale vasculitis. Bij een patiënt bij wie gedacht wordt aan systemische vasculitis is elk neurologisch symptoom reden voor een neurologisch consult.

    Bij het ontstaan van arthralgieën of arhtritis in combinatie met petechiën of purpura is de kans op aanwezigheid van vasculitis sterk verhoogd., en dient specialistisch onderzoek plaats te vinden ter bevestiging c/q. uitsluiting en verdere classificatie van vasculitis.

    Aanvullend onderzoek:
    Bij verdenking vasculitis
    Algemeen:
    BSE, CRP, bloedbeeld, totaal eo’s, creatinine, creatinineklaring, leverenzymen, CK;
    Urine: proteïnurie, sediment;

    Microscopische dan wel macroscopische hematurie zonder proteïnurie of gestoorde nierfunctie wijst zeer zelden op het bestaan van een primaire kleine vaten vasculitis. Presentatie met alleen proteïnurie zonder hematurie duidt niet op het bestaan van een primaire kleinevatenvascultis. 

    Bij een patiënt die zich presenteert met een gestoorde nierfunctie in combinatie met hematurie en proteïnurie is de kans op het bestaan van een primaire kleinevaten vasculitis aanzienlijk. 

    Afwezigheid van (microscopische) hematurie, proteïnurie en gestoorde nierfunctie sluit nier betrokkenheid op dat moment bij een patiënt die verdacht wordt van kleinevatenvasculitis uit.

    De volgende bepalingen zijn geïndiceerd behoudens bij louter koorts/malaise zonder andere orgaanbetrokkenheid (voor het screenende aanvullend onderzoek zie boven):

    ANF1, indien positief as-DNA en as-ENA1, IgM1,2– RF1,2, as-CCP1,2, ANCA, C31,2, C41,2, cryoglobuline1,2

    1. Niet geïndiceerd bij KNO-symptomatologie
    2. Niet geïndiceerd bij oogheelkundige problematiek

    Indicaties ANCA:
    -ANCA-geassocieerde vasculitiden zijn: M. Wegener, microscopische polyangiitis en Churg-Strauss-syndroom (tevens lokale varianten van deze ziekten).

    Indicaties voor ANCA-aanvragen zijn:

    • Glomerulonefritis, vooral snel-progressieve glomerulonefritis
    • Pulmonale hemorragie, vooral pulmonaal-renaal syndroom
    • Cutane vasculitis met systemische kenmerken zoals koorts, gewichtsverlies, myalgiea, arthralgieën of arthritis
    • Multipele longnoduli
    • Chronische, destructieve ziekte van de bovenste luchtwegen gekenmerkt door neusbloedingen of erosieve veranderingen van de nasale mucosa
    • Subglottis tracheale stenose
    • Multipele mononeuropathie of andere perifere neuropathie
    • Retro-orbitale massa, perifere ulceratieve keratitis of necrotiserende scleritis

    Cryoglobulines
    Bij een vasculitis van de kleine vaten is er een plaats voor de bepaling van cryoglobulines (mits de juiste condities gewaarborgd zijn) nadat andere vormen van vasculitis, zoals onder andere ANCA-geassocieerde vasculitis, zijn uitgesloten. Bij deze aanvraag hoort ook complementactivatie (C4) en IgM-reumafactor.

    Specifiek bij kinderen:
    Anti-streptolysinetiter (associatie met Henoch-Schönleinpurpura; bij aanwezigheid van  een positieve antistreptolysine titer is de kans dat de diagnose HSP gesteld wordt 10 keer zo hoog. )

    Orgaanspecifiek
    Tractus locomotorius:

    Radiologie of synoviumbiopt niet zinvol bij verdenking vasculitis.

    Spierbiopt vóór starten corticosteroïden overwegen indien orgaanspecifiek biopt niet mogelijk is en er evidente spierzwakte of kuitpijn bestaat of als blind biopt bij sterke verdenking vasculitis, wanneer er geen ander orgaan aangedaan lijkt te zijn. De opbrengst van een blind spierbiopt is als screeningmethode voor het stellen van de diagnose vasculitis  minder dan  30%.  

    Let op: geen indicatie bij HSP.
    Huid: Huidbiopt

    Tractus urogenitalis: nierfunctie (24-uurscreatinineklaring, GFR). Nierbiopt alleen indien serologie en niet-renale histologie geen diagnose opleveren. Niet bij verdenking PAN. angiografie 

    KNO: Audiologisch onderzoek, CT sinus, MRI, endoscopie, neusslijmvlies biopt X-sinus. 

    Tractus respiratorius: X-thorax (nodi, cavitatie, infiltraat, diffuse schaduwing, pleuravocht) , HRCT, HRCT-thorax, broncho alvealaire lavage en eventueel longbiopsie vormen de hoeksteen van de pulmonale diagnostiek bij de verdenking op vasculitis. Longfunctie-onderzoek is van belang voor het bepalen van de ernst van de vasculitis en kan soms aanwijzingen geven in de richting van de ziekte van Wegener of het syndroom van Churg-Strauss. 

    Tractus digestivus: Endoscopie, CT, mucosabiopten, histopathologie van resectiepreparaten.

    Voor de definitieve diagnose is meestal een transmuraal biopt of resectiepreparaat noodzakelijk. Mucosale biopten zijn boor het aantonen van een gastro-intestinale vasculitis weinig gevoelig.  Bij acute buik: 3-fasen-CT-scan. Angiografie , alleen bij verdenking PAN 

    Oogheelkundig: Spleetlamponderzoek, oogdrukmeting, fundoscopie, fluorescentie, ICG-angiografie, ultrasonografie, CT/MRI-orbita, orbitabiopsie.

    Neurologisch centraal: reactie op immuunsuppressieve therapie, angiografie  (kralensnoeraspect), CT/MRI met contrast, liquor (pleiocytose en eiwitverhoging), hersenbiopt (zie figuur 1), De meeste mensen met alleen angiografisch vastgestelde cerebrale vasculitis hebben geen vasculitis. [p92] Een normale angiografie sluit cerebrale vasculitis dus niet uit 

    Neurologisch perifeer: EMG, zenuwbiopt alleen indien EMG afwijkend(n. suralis) (zie figuur 2).

    Tractus circulatoirus: Angiografie, MRI/MRA

    Figuur 1.

     

    Figuur 2.

  • Therapie

    Gezien de lage incidentie van kleinevatenvasculitis is het aanbevolen om alle kinderen met een kleine vatenvasculitis te verwijzen naar een centrum met kindernefrologische en kinderimmunologische expertise. Uitzondering op deze aanbeveling vormen kinderen met een ongecompliceerde Henoch- Schonlein vasculitis, dat wil zeggen met kortdurende microscopische hematurie en minimale proteïnurie. 

  • Complicaties

    Cardiovasculair:
    Pericarditis, hartritmestoornissen, geleidingsstoornissen,

    Vasculitis van de tractus digestivus:
    Peritonitis, perforaties, darminfarct, darmstenosen, appendicitis, cholecystitis, acute pancreatitis.

    Oogheelkundig:
    Conjunctivitis, traanwegstenose, (epi)scleritis, perifere ulceratieve keratitis, retinale vasculitis, orbitale vasculitis met proptose, uveïtis, orbita socket-contractuur.

    Neurologisch:
    CVA, polyneuropathie

  • Nadere informatie

    ​Initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie en de Nederlandse Vereniging voor Reumatologie. 

    Verantwoordelijke samenvatting
    Deze samenvatting werd ontwikkeld door:

    • A.M. van Wermeskerken

    Versieinfo samenvatting
    Deze NVK samenvatting van de richtlijn Kleinevatenvasculitis uit 2010 is gemaakt in 2011.

    Er zijn op dit moment veel ontwikkelingen gaande. Daarom is de werkgroep bezig met een revisie van deze samenvatting.

  • Doelgroep

    De samenvatting van de richtlijn werd opgesteld voor arts-assistenten en kinderartsen in de tweede en derde lijn die kinderen van 0-18 jaar behandelen met een (verdenking op) vasculitis.

    In deze samenvatting wordt tractusgewijs symptomatologie besproken van kleinevatenvasculitiden waarna diagnostische mogelijkheden worden samengevat. De richtlijn doelt met name op diagnostiek van de vasculitiden, voor behandeling verwijzen wij naar de vigerende literatuur en protocollen.

  • Type richtlijn

    Richtlijn (extern)

  • Link Richtlijnendatabase FMS